Dit jaar is het Wetsvoorstel toekomst pensioenen bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel wordt gezien als een mijlpaal in de herziening van het Nederlands pensioenstelsel. Een van de uitgangspunten van het wetsvoorstel is het gelijktrekken van de ruimte voor opbouw van lijfrente met pensioen. Hoewel inmiddels is bekend geworden dat de geplande ingangsdatum 1 januari 2023 niet wordt gehaald & Minister Carola Schouten van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen nu koerst op 1 juli 2023, zetten we graag het een en ander voor u uiteen.
Als we praten over oudedagsvoorzieningen, kennen we in Nederland drie pijlers. De AOW is het basisinkomen van de overheid en vormt de eerste pijler. De tweede pijler is het pensioen dat via de werkgever wordt opgebouwd. De derde pijler regelt u zelf in de vorm van bij voorbeeld een lijfrente bij een verzekeraar of bij een bank (het zogenaamde banksparen).
Wat is een lijfrente?
Met een lijfrente kunt u aan extra inkomen voor later werken. Een lijfrente kent een opbouwfase en een uitkeerfase. In de opbouwfase stort u bedragen op uw lijfrenterekening (waar u kunt sparen of beleggen) of betaalt u premies aan een verzekeraar. In de uitkeerfase ontvangt u uitkeringen.
Wat is het voordeel van lijfrente?
Als u aan de voorwaarden voldoet, mag u in de aangifte inkomstenbelasting de stortingen of premies van uw inkomen aftrekken, mits u het jaar daarvoor een pensioentekort heeft gehad. Dit wordt de jaarruimte genoemd. Voor het berekenen van de jaarruimte geldt een ingewikkelde formule waarvoor de Belastingdienst een rekentool ter beschikking heeft gesteld. In 2022 is deze jaarruimte 13,3% van uw premiegrondslag (kort gezegd: uw inkomen verminderd met het deel waarover later AOW wordt ontvangen), met een maximum € 13.570. Als u uw jaarruimte niet helemaal gebruikt doordat u minder heeft gestort dan uw jaarruimte groot was, dan kunt u deze later inhalen. Dit wordt de reserveringsruimte genoemd. In 2022 is deze reserveringsruimte 17% van de premiegrondslag met een maximum van € 7.587 of € 14.978 voor personen die binnen tien jaar hun AOW gerechtigde leeftijd bereiken. Het fiscale voordeel zit ‘m niet alleen in de aftrekbaarheid van de ingelegde bedragen. Een ander voordeel is dat over het opgebouwde lijfrentekapitaal geen belasting in box 3 wordt geheven. Pas als het kapitaal wordt omgezet in lijfrente-uitkeringen, vindt over de ontvangen uitkeringen belastingheffing plaats. Daarbij geldt dat vanaf de AOW-leeftijd de eerste belastingschijf lager is dan vóór de AOW-leeftijd. De uiteindelijke belastingdruk over de uitkeringen is afhankelijk van de hoogte van het totaal van uw box 1 inkomen.
Hoe verhoudt lijfrente zich tot pensioen?
Zoals we hierboven al hebben opgemerkt, wordt pensioen via de werkgever opgebouwd en kunt u lijfrente zelf regelen. Pensioen en lijfrente lijken wel op elkaar. Zo hebben pensioen en lijfrente dezelfde doelstelling: het (fiscaal) faciliteren van het opbouwen van een oudedagsvoorziening. Toch gelden niet de dezelfde regels en dezelfde opbouwruimte. De ruimte om met lijfrente een fiscaal gefaciliteerde oudedagsvoorziening op te bouwen is veel kleiner dan de ruimte voor werknemerspensioen.
Waarom lijfrente en pensioen gelijktrekken?
Op 30 maart 2022 is er een wetsvoorstel voor een heel nieuw pensioenstelsel naar de Tweede Kamer gestuurd. Een van de uitgangspunten van dit wetsvoorstel is te komen tot een ‘arbeidsvormneutraal pensioenkader’. Het belang hiervan is ingegeven door de veranderingen in de samenleving richting een flexibele arbeidsmarkt. De gedachte is dat werknemers met en zonder pensioenregeling, maar ook ondernemers dezelfde ruimte zouden moeten hebben voor opbouw van oudedagsvoorzieningen. Om dat te bereiken worden de regels voor lijfrente ingrijpend aangepast.
Wat zijn de belangrijkste voorstellen voor aanpassing van de ruimte voor lijfrenteopbouw?
- Jaarruimte: Het percentage voor maximaal fiscaal aftrekbare premieruimte voor lijfrente wordt verhoogd van 13,3% naar 30% van de premiegrondslag.
- Reserveringsruimte: De termijn voor inhaal van onbenutte jaarruimte wordt verhoogd naar tien jaar met een maximum van € 38.000.
- Extra opbouwjaren: Het wordt mogelijk om tot vijf jaren na het bereiken van de AOW-leeftijd fiscaal aftrekbare premies in te leggen.
Net als nu zullen er slechts premies voor lijfrente in aftrek kunnen worden gebracht indien sprake is van een pensioentekort. De voor pensioen ingelegde premies zullen daarom in mindering worden gebracht op de ruimte voor opbouw van lijfrente.
Conclusie
Als ondernemer of werknemer zonder pensioenregeling moet u zelf uw voorzieningen treffen voor uw oude dag. Dat kan fiscaal vriendelijk via lijfrente. De (fiscale) voordelen van lijfrente zijn vergelijkbaar met die van pensioen voor een werknemer. Tussen lijfrente en pensioen bestaan wel grote verschillen. Eén daarvan is, dat er veel meer ruimte is om pensioen dan lijfrente op te bouwen. Voorgestelde nieuwe wetgeving streeft naar het zoveel mogelijk opheffen van verschillen in opbouwmogelijkheden tussen lijfrente en pensioen. Hierdoor ligt voor lijfrente ten opzichte van wat nu jaarlijks mogelijk is, een verdubbeling van de ruimte voor opbouw in het verschiet.
Heeft u naar aanleiding van deze bijdrage nog vragen neem dan contact met ons op
via nummer 070-4162999. We helpen u graag verder.