Samenvatting belastingplan 2026

Beste relatie,

Het kabinet heeft op Prinsjesdag het pakket Belastingplan 2026 bekendgemaakt. De algemene indruk is dat Prinsjesdag dit jaar een 'beleidsarme' Miljoenennota heeft opgeleverd. Hieronder een opsomming van de maatregelen die zouden moeten bijdragen aan een beter belastingstelsel, zoals opgenomen in het Belastingplan 2026.

Erven en schenken

1. Aangiftetermijn erfbelasting verlengd

Per 1 januari 2026 wordt de aangiftetermijn, die nabestaanden hebben voor de erfbelasting, verlengd. Dit betekent het volgende voor de nabestaanden:

• nabestaanden van de overledene die op of na 1 januari 2026 overlijdt, krijgen twintig maanden de tijd voor de aangifte erfbelasting;
• pas als na twintig maanden geen volledige aangifte is gedaan, gaan nabestaanden belastingrente over de erfbelasting betalen.

2. Alleen erfbelasting bij schenkingen vlak voor overlijden

Per 1 januari 2026 worden schenkingen, die in de laatste 180 dagen voor iemands overlijden zijn gedaan, alleen nog als deel van de erfenis gezien. Het bedrag van de schenking valt alleen onder de erfbelasting. Nabestaanden hoeven dan geen aangifte voor de schenkbelasting te doen.

Let op: Het bovenstaande geldt voor schenkingen die binnen 180 dagen vóór 1 januari 2026 zijn gedaan (dus na 5 juli 2025).

3. Voordelen schenk- en erfbelasting voor alle biologische kinderen gelijk

Biologische kinderen met en zonder een juridische band worden allemaal gelijk behandeld voor de schenk- en erfbelasting. Zij hebben bij een erfenis of schenking van hun ouder recht op:

• de belastingvrijstelling bij de erfbelasting;
• de belastingvrijstelling bij de schenkbelasting;
• het lage belastingtarief bij de erf- en schenkbelasting.

Let op: De biologische band dient met een dna-test bewijs te worden aangetoond en deze kinderen dienen in het testament te staan.

4. Partners betalen meer schenk- of erfbelasting bij ongelijk verdeeld vermogen

Partners die op of na 16 september 2025 16.00 uur een ongelijke verdeling van een gemeenschap hebben afgesproken, zullen over het meerdere boven de helft van de gemeenschap van goederen schenkbelasting of erfbelasting betalen.

Een voorbeeld: Piet en Fien zijn gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. De huwelijksgoederengemeenschap bedraagt € 10.000.000. Op grond van het civiele recht hebben Piet en Fien bij ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap een aandeel in de gemeenschap van 50 procent. Zij hebben er echter voor gekozen om een andere verhouding af te spreken. Daardoor heeft Piet een gerechtigdheid van 5 procent en Fien een gerechtigdheid van 95 procent. Als Piet overlijdt, bedraagt de nalatenschap 5 procent van de huwelijksgoederengemeenschap (€ 500.000). Op grond van de nieuwe regels wordt ook alles wat Fien meer toekomt dan 50 procent in de heffing betrokken. Aan Fien komt 95 procent toe. Dat is 45 procent-punt meer dan 50 procent. Deze 45 procent (€ 4.500.000) wordt aangemerkt als verkrijging krachtens erfrecht.

De maatregel geldt ook voor partners die een ongelijke verdeling in hun huwelijkse voorwaarden hebben afgesproken (verrekenbeding).

Vermogen

5. Belastingvrij vermogen in Box 3 verlaagd

Per 1 januari 2026 zal het belastingvrije vermogen worden verlaagd van € 57.684 naar € 51.396. Onder vermogen vallen bijvoorbeeld bezittingen zoals spaargeld, obligaties, aandelen en een tweede woning.

Let op: Heeft u in 2026 een fiscaal partner? Dan verdubbelt het belastingvrije vermogen. U betaalt in 2026 belasting in Box 3 als uw vermogen hoger is dan € 102.792.

 

6. Forfaitaire rendement voor overige bezittingen in Box 3 verhoogd

Per 1 januari 2026 wordt het forfaitaire rendement voor overige bezittingen in Box 3 iets anders berekend. In de berekening wordt momenteel gekeken naar de ontwikkeling van de huizenprijzen. In het voorstel wordt straks ook naar de huurinkomsten of naar het voordeel van eigen gebruik van bijvoorbeeld een tweede huis gekeken.

Met de nieuwe berekening stijgt het forfaitaire rendement voor overige bezittingen van 5,88 procent naar 7,78 procent.

Let op: Als kan worden aangetoond dat het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement van 7,78 procent, dan betaalt u inkomstenbelasting in Box 3 over het werkelijke rendement.

Maatregelen in de inkomstenbelasting

7. Lagere inflatiecorrectie Box 1 van de inkomstenbelasting

Per 1 januari 2026 wordt de inflatiecorrectie in de inkomstenbelasting niet volledig toegepast. Belastingplichtigen vallen hierdoor eerder in een hogere Box 1 belastingschijf.

• De eerste schijf van de inkomstenbelasting gaat van € 38.441 naar € 38.883 in 2026.
• Voor personen van voor 1946 gaat deze schijf van € 40.502 in 2025 naar € 41.123 in 2026. Zonder deze maatregel zou dat € 41.677 zijn.
• De tweede schijf van de inkomstenbelasting gaat van € 76.817 naar € 79.137 in 2026. Zonder deze maatregel zou dit € 80.188 zijn.

Let op: Deze maatregel heeft ook invloed op de hoogte van de heffingskortingen in de inkomstenbelasting. Deze bedragen worden iets minder verhoogd dan bij een volledige inflatiecorrectie. 

8. Arbeidskorting verhoogd

Per 1 januari 2026 wordt de arbeidskorting verhoogd naar € 5.712. In 2025 is dit nog € 5.599. 

Maatregelen voor de werkgever

9. Hogere belasting werkgevers voor auto's op diesel en benzine

Per 1 januari 2027 moeten alle nieuwe auto's die werkgevers aanbieden aan werknemers emissievrij zijn. Daarom moeten werkgevers voor auto's op diesel en benzine extra gaan betalen. Die belasting is jaarlijks 12 procent van de catalogusprijs van de auto. Het gaat alleen om auto's die werknemers ook voor woon-werkverkeer en privé gebruiken.

Let op: Voor benzine- of dieselauto's die werkgevers al voor 2027 aan werknemers aanbieden, geldt er een overgangsregeling. Tot 17 september 2030 hoeven werkgevers voor deze auto's geen extra belasting te betalen.

10. Versobering belastingvrije onkostenvergoeding buitenlandse werknemers

Per 1 januari 2026 komt de belastingvrije onkostenvergoeding aan werknemers uit het buitenland te vervallen. Hierdoor zullen werkgevers belasting moeten gaan betalen over deze onkostenvergoedingen aan hun werknemers uit het buitenland.

11. Lichte stijging thuiswerkvergoeding

Vanaf 1 januari 2026 bedraagt de gerichte vrijstelling voor de thuiswerkkostenvergoeding € 2,45 per dag.

Maatregelen ondernemer

12. Belastingvoordeel energiezuinige investeringen beperkt
    Vanaf 1 januari 2026 moeten ondernemers hun investeringen bij elkaar optellen. Voor energiezuinige investeringen in een eigen bedrijf en een gezamenlijk bedrijf geldt dan samen een belastingvoordeel over investeringen tot maximaal € 151 miljoen per jaar.

Maatregelen auto's 

13. Accijnsverlaging op benzine, diesel en LPG verlengd

De huidige accijnsverlaging op benzine, diesel en LPG wordt met één jaar verlengd tot en met 31 december 2026. Daarnaast wordt in 2026 geen inflatiecorrectie toegepast voor de brandstofaccijns. Het tarief blijft daardoor gelijk aan het tarief in 2025. De accijns blijft € 0,79 voor een liter benzine, € 0,52 voor een liter diesel en € 0,19 voor een liter LPG.

14. Lage tarief voor alle emissievrije bijzondere auto's en motoren verlengd

Het lage tarief voor alle emissievrije bijzondere auto's en motoren wordt verlengd tot en met 2030. Emissievrije bijzondere auto’s betalen hierdoor evenveel bpm als andere emissievrije auto's. Het maakt dan niet uit of het om een gewone auto gaat of om een camper, rolstoelbusje, ambulance of lijkwagen.

• emissievrije auto's: € 667
• emissievrije motoren: € 200
• diesel- en benzineauto's: op basis van de CO₂-uitstoot

15. Aanschafbelasting aangepast

Per 1 januari 2026 tot en met 2028 wordt de aanschafbelasting als volgt aangepast voor personenauto's die rijden op brandstof, zoals benzine, diesel of gas:

• De CO₂-schijfgrenzen van de aanschafbelasting gaan omlaag. Daardoor vallen auto's sneller in een hogere belastingschijf, ook als ze weinig CO₂
• Het belastingtarief gaat omhoog.
• De toeslag voor dieselauto's en voor plug-in hybride elektrische auto's gaan omhoog.

16. Korting motorrijtuigenbelasting tijdelijk verhoogd

Emissievrije personenauto's krijgen tot en met 2029 korting op de motorrijtuigenbelasting. Deze korting van 25 procent wordt per 1 januari 2026 tot en met 2028 tijdelijk verhoogd naar 30 procent. Vanaf 1 januari 2029 wordt de korting weer 25 procent.

Let op: Vanaf 1 januari 2030 komt de gehele korting te vervallen.

Overige maatregelen

17. Vrachtwagenheffing wordt ingevoerd
    Per 1 juli 2026 wordt de vrachtwagenheffing ingevoerd. Dit betekent dat binnen- en buitenlandse eigenaren van vrachtwagens vanaf 3,5 ton (3.500 kilo) in Nederland een bedrag per gereden kilometer gaan betalen. De heffing geldt op vrijwel alle snelwegen en op een aantal provinciale en gemeentelijke wegen.

Let op: De hoogte van het bedrag hangt af van het gewicht en de uitstoot van de vrachtwagen. Hoe lager de uitstoot en hoe lichter de vrachtwagen, hoe lager het bedrag.

18. Einde uitzondering verbruiksbelasting voor dranken met een beetje zuivel
    Vanaf 1 januari 2027 wordt de uitzondering voor de verbruiksbelasting aangepast. Voor frisdranken, vruchtensappen en groentesappen met een kleine hoeveelheid melkvet moet dan gewoon verbruiksbelasting worden betaald. Hetzelfde geldt voor dranken zoals chocolade- en frambozenmelk.

Let op: De zuivel- en sojadranken waarvoor geen verbruiksbelasting geldt, zijn:

• magere, halfvolle en volle melk;
• karnemelk;
• sojadrank met dezelfde voedingswaarden als magere, halfvolle of volle melk.

19. Vliegbelasting lange vluchten verhoogd
    Per 1 januari 2027 wordt de vliegbelasting aangepast. Voor vluchten over langere afstanden, die meer CO₂uitstoten, gaat de vliegbelasting omhoog. Voor lange vluchten wordt de vliegbelasting € 70,86.
20. Meer belastingkorting op energierekening
    Per 1 januari 2026 tot en met 2028 wordt de korting op de energierekening verhoogd. In 2026 wordt de belastingvermindering daardoor € 529,10. In 2027 € 528,88 en in 2028 € 529,45.

Let op: De belastingkorting wordt automatisch van de energierekening afgehaald.

21. Belasting betalen voor zuiveringsslib
    Vanaf 1 januari 2027 moeten afvalverbrandingsinstallaties ook afvalstoffenbelasting betalen als ze zuiveringsslib verbranden.
22. Heffingsplafond drinkwater gewijzigd
    Vanaf 1 januari 2026 gaat het heffingsplafond voor de belasting op het gebruik van drinkwater voor bedrijven van 300 kubieke meter naar 50.000 kubieke meter. In 2027 vervalt het heffingsplafond helemaal.

Heeft u vragen over het Belastingplan 2026? Neem dan contact met ons op via het nummer 070-4162999 en wij helpen u graag verder.

Met vriendelijke groet,
Nuijten Accountants B.V.

 

 

 

Bron: accountant.nl