070 - 416 29 99
info@nuijtenaccountants.nl
Bereken uw route

Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst gewijzigd

Terug naar overzicht

Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst gewijzigd

Beste relatie,

In lijn met jurisprudentie van de Hoge Raad is nu in het BBBB opgenomen dat verklaringen die worden verstrekt ter nakoming van een wettelijke verplichting en onder dreiging van een boete niet mogen worden gebruikt bij boeteoplegging.

Suppletieplicht van art. 10a AWR
In een boete- of strafzaak kan een verdachte niet worden gehouden om mee te werken aan zijn eigen veroordeling. Dit zogenoemde nemo-teneturbeginsel is alleen van toepassing op informatie die afhankelijk is van de wil. Hierbij kan worden gedacht aan verklaringen van de verdachte. Het nemo-teneturbeginsel kan botsen met de fiscale inlichtingenverplichtingen, zoals de suppletieplicht in de omzetbelasting. De belastingplichtige is onder dreiging van een vergrijpboete verplicht om een suppletie in te dienen zodra hij vaststelt dat hij een aangifte over een tijdvak in de afgelopen vijf kalenderjaren onjuist of onvolledig heeft gedaan waardoor te veel of te weinig belasting is betaald.

Wilsafhankelijke informatie
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 24 september 2021 geoordeeld dat de suppletieverplichting op zichzelf bezien niet in strijd is met het nemo-tenetur beginsel. Dit beginsel staat namelijk niet in de weg aan het opleggen van een verplichting om voor heffingsdoeleinden informatie te verstrekken. Het niet-nakomen van deze verplichting mag ook worden beboet. Wel is het zo dat de ter nakoming van de wettelijke suppletieverplichting en onder dreiging van een boete verstrekte informatie naar haar aard wilsafhankelijk is. Dit betekent dat de verkregen informatie niet mag worden gebruikt voor het bewijs dat de belastingplichtige een beboetbaar of strafbaar feit heeft begaan.

Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst gewijzigd
Voornoemd arrest heeft recentelijk geleid tot aanpassing van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst (BBBB). In paragraaf 24, lid 6, BBBB is nu bepaald dat een betalingsverzuimboete niet mag worden gebaseerd op een verklaring die de belanghebbende ter nakoming van een wettelijke mededelingsplicht en onder bedreiging van een boete heeft verstrekt. En in paragraaf 28 BBBB is die bepaling van overeenkomstige toepassing verklaard op vergrijpboetes bij aangiftebelastingen (art. 67f AWR). Daarbij denkt de wetgever met name aan de suppletieverplichting in de omzetbelasting, correctieberichten loonheffingen en de wettelijke verbeterplicht van bronbelasting.

Ook een vrijwillige verbetering van een aangifte leidt niet langer tot een betalingsverzuimboete (par. 24, lid 7, BBBB). Dit is een belangrijke versoepeling, want voorheen werd namelijk als uitgangspunt een verzuimboete van 5% opgelegd. Dit tenzij de suppletie minder dan 10% van het aangegeven belastingbedrag behelsde, danwel ten hoogste € 20.000 betaald moest worden. Uit de toelichting blijkt dat de staatssecretaris vanuit het oogpunt van eenvoud en uniformiteit geen onderscheid meer wil maken tussen belastingen waarvoor een wettelijke verbeterplicht geldt en belastingen waarbij dit niet het geval is.

Het gewijzigde Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst is met ingang van 2 juni 2023 in werking getreden. De gewijzigde regels kunnen echter ook worden toegepast op beboetbare feiten die vóór die datum zijn begaan, mits ter zake daarvan nog geen boete is opgelegd of die boete nog niet onherroepelijk vaststaat.

Wilt u meer weten naar aanleiding van dit artikel, neem dan contact op via het nummer 070-4162999. Wij geven u graag advies op maat.

Met vriendelijke groet,
Nuijten Accountants B.V.

 

Bron: Besluit Staatssecretaris van Financiën van 17 mei 2023, 2023-110608, Stcrt. 2023, 15037